Mensenwerk
Als een inwoner om hulp vraagt bij Delft Support, begint de samenwerking met een van onze medewerkers. In de rubriek Mensenwerk vertellen cliënt en collega samen over hun ervaringen. Wat was de hulpvraag? Hoe verliep de samenwerking? En hoe kijken ze naar de toekomst? Samen geven zij antwoord. Deze keer: Ibrahim (35) en Adélia, casuscoördinator van het Sociaal Team.
Ibrahim, hoe kwam je terecht bij het Sociaal Team?
Ibrahim: “Ik had 3,5 jaar geleden veel problemen. Ik had een eigen bedrijf, maar had nog schulden van vroeger. Ik was met potjes aan het schuiven om gaten te vullen, maar mijn problemen werden steeds groter. Ik ging veel gokken in de hoop dat ik geld zou winnen. Mentaal ging het ook niet goed, ik stond onder heftige psychische druk en stress. Daarom ging ik veel blowen. Mijn zoontje van 1,5 ontwikkelde zich niet goed. Toen zag ik een flyer van schuldhulpmaatje. Ik heb hen gebeld en zij hebben me aangemeld bij het Sociaal Team van Delft Support.”
Welke stappen hebben jullie samen gezet?
Adélia: “Mijn collega die toen betrokken was, heeft eerst met Ibrahim besproken op welke gebieden hij problemen had en hoe ernstig die waren. We nemen tijdens zo’n eerste gesprek altijd alle leefgebieden door. We bespreken dan wat de cliënt zélf het grootste probleem vindt en wat wíj denken dat prioriteit heeft. Daarna stellen we doelen op. En we kijken welke instanties kunnen helpen.”
Ibrahim: “We zijn begonnen met mijn schulden. Ik ben de schuldhulpverlening in gegaan, want ik had een hoge schuld. Dat betekent dat je drie jaar lang niet je eigen geld beheert, maar weekgeld krijgt. Dat is zwaar. Maar aan het eind van die drie jaar wordt je schuld kwijtgescholden. In die periode werkte ik niet, dus ik kreeg een uitkering. Ik wil niet profiteren, ben altijd een werker geweest, maar ik kon even geen kant op. Voor het gokken heb ik een traject gedaan bij Brijder verslavingszorg. En voor mijn zoontje is integrale vroeghulp geregeld. Die gaat nu met een taxi naar passende opvang.”
Hoe verliep jullie samenwerking?
Ibrahim: “Als ik in jullie schoenen stond, had ik allang gezegd: wegwezen! Ik was af en toe best wel lastig. Ik was heel negatief in die tijd. De problemen lagen nooit aan mij, maar altijd aan een ander. Ik was gefrustreerd en voelde onmacht. Ik zag het einddoel niet. Maar nu ik aan het einde ben van het traject, viel het toch wel mee. Ik ben zo goed opgevangen. Ik vond het fijn, dat als ik ergens mee zat, ik dat altijd kon vragen.”
Adélia: “Ik zag twee kanten van Ibrahim: aan de ene kant wilde hij hard werken. Hij was gemotiveerd om zijn doelen te bereiken. Maar als de stress te hoog werd, wilde hij direct stoppen. Dan moesten wij hem echt motiveren. Soms liep hij boos weg. Dan gaf ik hem even de ruimte. Ik wist dat zijn frustratie niet persoonlijk op mij gericht was. Zijn situatie was gewoon heel ingewikkeld. En hij wist dat ik altijd weer bij hem terugkwam. Ik liet hem niet los.”
Ibrahim, wat raad je mensen aan in dezelfde situatie?
Ibrahim: “Voor alle jongeren met schulden: zoek hulp. Schaam je niet. Een schuld gaat echt niet vanzelf weg. Die wordt niet zomaar kwijtgescholden. Als je een brief niet opent, of terugstuurt, betekent dat niet dat je schuld verdwijnt. En wees er op tijd bij. Ook als je nog geen grote schulden hebt, maar je kunt je huur of verzekering een keer niet betalen, meld het gelijk. Trek aan de bel. Als je het niet oplost, zet je alles op het spel: je relatie, je werk, je huisje. Als je het verleden niet rechttrekt, ga je de toekomst niet goed krijgen.”
Hoe zien jullie de toekomst?
Ibrahim: “Ik werk sinds een maand bij de NS als aspirant hoofdconducteur, dat bevalt heel goed. Het is mooi en uitdagend werk. Ik heb geen schulden meer, mijn schuldentraject is afgerond. Ik gok niet meer en ga goed met geld om. De verleiding om geld uit te geven is soms groot. Maar als ik nu iets duurs wil kopen, dan ga ik ervoor sparen. Met mijn zoontje gaat het ook goed, die zit nu op de juiste plek. Ik voel me echt als herboren.”
Adëlia: “Ik ben trots op Ibrahim. Ik heb veel bewondering voor hoe hij het heeft gedaan. Naast schulden worstelde hij met andere problemen. Wij hebben hem ondersteund, maar hij moest het toch zelf doen.”
Ibrahim: “Maar het was mij nooit gelukt zonder die ondersteuning. Zonder het Sociaal Team was ik misschien wel dood geweest. Ik sta niet meer alleen. Dat maakt me dankbaar!”